vanderelst

bron :  Frank D.P.M. Lether     www.b2bcontact.nl

Het is al weer lang geleden dat de fax zijn intrede deed in de kantoororganisaties. En wat te denken van BBS-en (bulletin boards). Hoe lang deed de fax er over om ge-meengoed te worden in het kantoor? Of de mobiele telefoon? In 2010 werden er maar liefst 1,4 miljard exemplaren van verkocht, 18,5% meer dan in 2009. Bovendien was het merendeel daarvan een smart phone.

Wanneer je de invoering van de fax vergelijkt met de gigantische vlucht die e-mail in korte tijd heeft genomen, aangevuld met het almaar groeiende internet en de nieuwe ontwikkelingen die daarin continu plaatsvinden (zoals sociale media), kom je tot ont-hutsende cijfers. Die cijfers komen om de haverklap beschikbaar en zijn soms tegenstrijdig. In dit artikel wordt het e.e.a. op een rijtje en veel van die cijfers genoemd. Maar het handelt meer over de grootheid en veelheid van de mogelijkheden van het internet van vandaag en hoe deze het werken van mensen in het algemeen en die van public relations adviseur en marketeer in het bijzonder heeft veranderd en zal veranderen.

Een onderzoek in 2011 wees uit dat van de 100 business-to-business bedrijven die werden ondervraagd een groot deel een significante toename van het gebruik van social media verwacht. Van deze bedrijven gebruikt 83% social media om te communiceren met haar doelgroepen. Tweederde daarvan doet dit al langer dan een jaar! 89% van de ondervraagden gelooft dat social media het komende jaar aan betekenis voor hun bedrijf zal winnen.

80% van de bedrijven gebruikt sociale media voor communicatie met haar potentiële klanten. Het belangrijkste gebruik (26%) is de creatie van kennisleiderschap. 23 % gebruikt het voor communicatie met de klanten en 20% met potentiële klanten. 60% gebruikt het om een community als verlengstuk van hun website te creëren, 58% om te communiceren met journalisten en 50% om te communiceren met potentiële medewerkers.

In gesprekken met ondernemers en privé personen hoort men vaak dat ‘men het maar niets vind’ of zich afvraagt ‘waar het allemaal voor nodig is’ en zelfs ‘dat dit niets voor hen is’. Begrijpelijk die vragen en terughoudendheid. De cijfers wijzen echter uit dat internet, e-mail, e-mail marketing en social media niet zo maar een gril of een hype zijn die binnenkort wel overwaait. De cijfers wijzen dat ook uit.

Internetgebruikers wereldwijd

Wereldwijd zijn er maar liefst 1,97 miljard Internet gebruikers (juni 2010), sinds 2009 is dit een toename van 14%. Nederland heeft 14,9 miljoen gebruikers.
Uitgesplitst per werelddeel levert dat de volgende getallen op:

* 825,1 miljoen – gebruikers bevinden zich in Azië
* 475,1 miljoen – in Europa
* 266,2 miljoen – in Noord-Amerika
* 204,7 miljoen – in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied
* 110,9 miljoen – Internetgebruikers in Afrika
* 63,2 miljoen – in het Midden-Oosten
* 21,3 miljoen – Oceanië / Australië.

En in Europa:

* Duitsland – heeft ruim 49,7 miljoen gebruikers
* Rusland 47,4 miljoen gebruikers en
* Frankrijk 42,2 miljoen gebruikers

Terug naar de Nederlandse gebruikers. Interessant is dat de Nederlandse Internet-gebruiker in maart 2011 met gemiddeld 34,4 uur per maand het langst online was. Dat is 8,4 uur langer dan het Europese gemiddelde en 11,3 uur meer dan het wereldwijd gemiddelde. De reden waarom dat zo is, is nog niet onderzocht.
Nederland wordt gevolgd door Engeland (met 33 uur) en Turkije (met 29,4 uur).

Kijken we naar wat die bijna 2 miljard wereldburgers nu eigenlijk met dat Internet en met e-mail doen dan zien we eveneens ongelofelijke cijfers. (cijfers 2010).

In 2010 werden er maar liefst 107 biljoen e-mails verstuurd; een gemiddelde van 294 miljard per dag. In hetzelfde jaar kwamen er wereldwijd 480 miljoen nieuwe e-mail gebruikers bij (t.o.v. 2009). Van het verzonden aantal e-mails was maar liefst 89,1% ofwel 262 miljard spam. Voor zover men heeft kunnen vaststellen bestaan er wereld-wijd 2,9 miljard e-mail accounts en daarvan is 25% bedrijfsmatig.

Eind 2010 waren er zo’n 255 miljoen websites waarvan er alleen al in dat jaar 21,4 miljoen nieuwe bijkwamen. Er bestaan zo’n 202 miljoen top-level domeinnamen (waarvan 88,8 miljoen .com; 13,2 miljoen .net en 8,6 miljoen .org domeinnamen).

Internetgebruikers hebben ook een onbedwingbare lust te zijn om allerlei zaken met de rest van de wereld te delen. Op nagenoeg alle sociale netwerken kan men naast informatie ook foto’s kwijt. Er zijn echter ook speciale fotosites zoals bijvoorbeeld Flickr. Eind 2010 stonden daarop maar liefst 5 miljard foto’s. Dat betekent dat er per minuut meer dan 3.000 foto’s naar Flickr worden geupload. Dat zijn er 130 miljoen per maand. Op sociaal netwerk Facebook worden per maand meer dan 3 miljard foto’s geplaatst, dat zijn er 36 miljard in één jaar.

Met video filmpjes is het niet anders. Amazon, Netflix en Spotify gaan hier belangrijke spelers worden. Maar nu is YouTube wel de bekendste site daarvoor. Per dag worden daar 2 miljard filmpjes bekeken. Elke minuut wordt 35 uur video naar YouTube geupload.
84% van de Amerikaanse internetgebruikers bekijkt video’s online en de gemiddelde Amerikaanse internetgebruiker bekijkt er 186 per maand. 14% van hen upload video’s. Op Facebook worden meer dan 2 miljard video’s per maand bekeken en er 20 miljoen naar Facebook geupload.
De kracht daarvan is eveneens niet te onderschatten. Neem de Nederlandse Esmee Denters. Ze zong graag, maakte daar een filmpje van en zette het op YouTube en daar bleef het niet onopgemerkt. Ze zong inmiddels met Justin Timberlake en was te gast in het programma van Oprah Winfrey. Een programma dat in 150 landen wordt uitgezonden, dan is je kostje wel gekocht.

Twitter

Een ander fenomeen dat in dit kader niet onbesproken mag blijven, temeer omdat de verwachting is dat het e-mail zal gaan vervangen, is Twitter.

Nederland heeft 319.000 actieve Twitter accounts, wereldwijd zijn dat er 190 miljoen (cijfers april 2011). Begin 2010 waren dat er nog 50 miljoen. Het aantal Twitter-gebruikers stijgt met 300.000 per dag. Twitter groeide met 1400% in één jaar tijd.

In Nederland staat DJ Tiesto met 456.145 volgers op #1. Armin van Buuren op 2, het GroenLinks Tweede Kamerlid Arjan el Fassed op 3, De Wereld Draait Door op 4, Femke Halsema op 10, Youp van ‘t Hek met 123.369 volgers op 11, Geert Wilders op 15, Pechtold op 19, Jan Smit op 21, Maxime Verhagen op 29 (zie verder http://top100.twittergids.nl/).

Van alle Tweets zijn er 61 % in het Engels, 11 % Portugees, 6 % Japans, 4 % Spaans en 18 % anders. Van alle Twitteraars is 45 % man en 55 % vrouw. 1/3 van alle vrouwen tussen 18 en 34 jaar checkt dagelijks als eerste hun Facebook pagina

Het aardige van Twitter is dat je een ontvangen tweet zelf ook weer kunt doorsturen. In dat geval zie je RT @naam staan. RT betekent ReTweet en @naam staat voor de naam van de originele verzender (Twitteraar). In een Tweet kun je het #-teken (de hash tag) voor een woord zetten en daarmee kun je alle Tweets over het betreffende onderwerp sneller vinden. Tweeadder is zo’n zoekmachine voor Twitter.

Zo zet de Politie van Seattle zet Twitter in om gestolen auto’s te vinden.

BP kreeg tijdens de ramp in de Golf dagelijks ruim 10.000 mails, tweets en telefoontjes van mensen wereldwijd die aanboden om te helpen. Er lagen 1.100 schepen om te helpen, ook van concurrenten. Daar is niks mee gedaan, BP koos ervoor om haar communicatie centraal te blijven sturen. Sterker nog: in hun regiedrang gingen ze zelfs over tot het manipuleren van foto’s. Die defensieve houding maakte dat BP de ramp goed beschouwd claimde als de hare, terwijl het een brancheprobleem was: alle andere oliemaatschappijen in de Golf werkten onder dezelfde omstandigheden met dezelfde risico’s. Honderden boorplatformen in de regio bleven gewoon in business tijdens de ramp. Als BP via social media al die betrokken burgers wereldwijd had omarmd als bondgenoot en had gemobiliseerd op basis van een gedeeld probleem, dan had de oliemaatschappij zichzelf in één klap kunnen opwaarderen tot ‘Beyond Petroleum’.

Sociale netwerken

Sociale netwerken of social media bestaan al een paar jaar maar er worden wel regelmatig nieuwe mogelijkheden of toepassingen geïntroduceerd. Daarnaast zijn er bedrijven als Facebook en LinkedIn die de laatste tijd regelmatig in het nieuws kwamen in verband met een voorgenomen beursgang. Anderen zien dit als de nieuwe internet bubbel. Een bedrijf als LinkedIn dat in mei 2011 ter beurze ging bleek nu al meer waard dan Google! Dat mag gerust ongelofelijk worden genoemd. Maar aan de andere kant toch ook weer niet, immers de kracht van sociale media is de impact op het keuzegedrag van mensen, ofwel op de omzet van bedrijven. Het is overigens niet altijd koek en ei, want het kan twee kanten uitgaan voor wat betreft de goodwill of mogelijke merkschade. En nog steeds zijn er ondernemers die zeggen dat zij het aan hun deur voorbij laten gaan of dat het voor hen niets is. Dat mag wellicht het geval zijn, maar je moet er niet de ogen voor sluiten. Een bedrijf als Wehkamp, die tot voor een paar jaar geleden een vermogen uitgaf aan haar jaarlijkse gedrukte full color catalogus, doet alleen nog maar zaken via haar winkel op het internet (webshop). Op de site van de NS kan men een treinkaartje bestellen en op de sites van touroperators kun je een vakantie uitkiezen en die zelfs direct online boeken en betalen. En wat te denken van Bol.com die eveneens over een uiterst succesvolle webshop beschikt.
Vergeet niet, 91% van de Nederlandse jongeren is actief op Social Media.

Ook het Nederlands Bureau voor Toerisme zegt dat Internet en social media steeds belangrijker worden voor de toeristenbranche, zeker in de oriëntatiefase van reizigers. Van de 11 miljoen buitenlandse verblijfstoeristen die Nederland vorig jaar bezochten, heeft ruim 80% internet geraadpleegd, ook voor accommodatie of bestemming. Ruim 60% van de Nederlandse reizigers is actief op social networks en 45% bezoekt een review site om de eindbestemming te bepalen. Meer dan 50% van de toe-ristische bedrijven is actief op social en nieuwe media. Veel van de bedrijven maken van social media in 2011 een integraal onderdeel van de marketing. Zo`n 20% van het marketingbudget gaat eraan op.

In Noord-Amerika worden digitale hulpmiddelen primair gebruikt om kennisleiderschap te creëren (30%) terwijl Europese bedrijven social media vooral inzetten om te communiceren met potentiële (31%) en huidige klanten (25%).

Contact met de klanten word als een van de positieve effecten van social media gezien. De Amerikaanse bedrijven RightNow en Harris Interactive onderzochten dat en bundelde de uitkomsten in het “The Retail Consumer Report”. Het onderzoek toonde aan dat 68% van de bevraagde Amerikaanse consumenten, die een klacht of negatieve bespreking hadden gepost tijdens de shoppingperiode eind 2010, gecontact werden door de retailer waarover de klacht ging. Van die 68% die werden benaderd, verwijderde 34% zijn oorspronkelijke negatieve review. Nog eens 33% postte na het contact een positieve review. 18% van de ontevredenen die gehoor kregen, werden zelfs loyale klanten en kochten meer.
Duidelijk zal zijn dat de negatieve perceptie van die klanten die niet door de retailers werden benaderd enkel nog werd versterkt.

96 % van de online populatie wereldwijd is actief op social networks, dat zijn 11,5 miljoen mensen. Per 2011 zit van de Nederlandse internetgebruiker 26,1 % op LinkedIn en 6,6 miljoen op Facebook. Van alle Nederlandse bedrijven gebruikt:

* 85 % LinkedIn
* 36 % Facebook
* 26 % Twitter
* 20 % Hyves
* 5 % een Blog (afkorting van weblog, zeg maar een dagboek of logboek op het internet en   volgens onderzoeker BlogPulse zijn er wereldwijd 152 miljoen blogs) en
* 11 % van de Nederlandse bedrijven gebruikt (nog) niets

Er zijn ook wat verschillen. 31% van de Amerikaanse internetters twittert t.o.v. 25% in Europa. Bij Facebook (van oorsprong een Amerikaans bedrijf) is dat andersom. Van haar leden komt 25% uit Amerika en 31% uit Europa.

De social media site Facebook heeft wereldwijd 600 miljoen gebruikers (cijfer begin 2011), dat is 9 % van de wereldbevolking. Een bedrijf als BMW heeft op Facebook een zogenaamde fanpagina en heeft daarop 4,4 miljoen geregistreerde fan’s. Pickwick Thee die daar ook een fanpagina heeft, heeft 162.000 fans. Facebook groeide in een jaar tijd van 350 naar 600 miljoen gebruikers, alleen al in 2010 groeide dat aantal met 250 miljoen.
Een nieuwe ontwikkeling bij Facebook dit jaar is F-commerce en heeft betrekking op alle verkopen die plaatsvinden op Facebook met behulp van een credit card, Facebook credits of deals. Het direct kopen van artikelen binnen een Facebook omgeving is een nieuwe trend en fans zijn geneigd om achttien keer sneller iets te kopen als het binnenkomt in hun eigen nieuwsfeed i.p.v. te klikken naar een aparte website (Forrester 2011).

Het Nederlandse sociale netwerk Hyves had eind 2010 10,8 miljoen leden waarvan er 1,1 miljoen nieuw was.
Het meer als zakelijk geziene LinkedIn zag van januari 2008 tot april 2011 het aantal Nederlandse leden groeien naar 2,6 miljoen gebruikers, wereldwijd verdubbelde dit naar 100 miljoen.

Van de Nederlandse manager zit 2 van de 10 op Hyves, 85% op LinkedIn, 36% op Facebook, 26% van hen twittert en 11% doet niets op social media. Van de marketeers zit 58% gemiddeld 6 uur per week op social media; 1/3 meer dan 11 uur en zeggen 9 op de 10 marketeers dat social media zeer belangrijk is bij het behalen van hun marketingdoelen.

LinkedIn

Uit een onderzoek van Social Media Succes in ons land onder 1.145 profielhouders op LinkedIn (momenteel hebben ruim 2,6 miljoen Nederlanders daar een profiel) naar het gebruik van deze sociale netwerksite geeft bijna de helft van de respondenten aan tussen de 1 en de 4 uur per week aan deze social netwerksite voor professionals te besteden. Zo’n kwart zegt er minder dan 1 uur per week aan kwijt te zijn, terwijl 1 op de 5 de deelnemers aan het onderzoek tussen de 5 en 10 uur van hun tijd besteedt op het platform. Maar liefst 8 procent van de ondervraagden gaf aan gemiddeld meer dan 15 uur per week aan LinkedIn te besteden. In het onderzoek zijn mannen overver-tegenwoordigd (81%).

Sociale media stimuleren omzet

Uit een onlangs gepubliceerd wereldwijd onderzoek van Regus onder meer dan 17.000 managers en bedrijfseigenaren in 80 landen, blijkt dat bedrijven sociale netwerken, blogs, microblogs en forums steeds meer gebruiken om nieuwe klanten binnen te halen. In 2010 lukte dat 48% van de Nederlandse bedrijven en in 2011 is dit percentage gestegen tot 57%.
Ook dit onderzoek laat zien dat steeds meer bedrijven sociale media als kanaal inzet-ten om contacten te onderhouden met bestaande klanten en hen te informeren (61%).
Een paar andere belangrijke conclusies uit het Regus-onderzoek zijn:

* 63% van de bedrijven in Nederland moedigt hun werknemers aan om deel te nemen aan sociale netwerken zoals LinkedIn, vergeleken met 53% wereldwijd.
* Wereldwijd is er een toename van 7% in het aantal bedrijven dat nieuwe klanten binnenhaalt via sociale netwerken.
* 39% van de bedrijven wereldwijd en 41% van de Nederlandse bedrijven besteedt tot 20% van hun marketingbudget aan sociale media-activiteiten.
* Maar liefst 17% van de gebruikers van sociale netwerken is fan, volger of vriend van een bedrijfspagina of -profiel.

Volgens Eduard Schaepman, algemeen directeur Regus Benelux, “heeft de crisis ervoor gezorgd dat bedrijven op alle gebieden kritischer zijn gaan kijken naar de traditionele manieren van werken. Van supply chain management, ‘leanere’ werkmethoden en cloud computing tot intensiever gebruik van videocommunicatie en het inzet-ten van nieuwe marketingtools.”

Geen succes zonder nieuwe media

Sociale netwerken hebben zich ontwikkeld tot een onmisbaar medium. Het overgrote deel van de bedrijven in Nederland (80%) en wereldwijd (74%) beaamt dat marketingstrategieën niet kunnen slagen zonder daarbij sociale media in te zetten. Toch benadrukken Nederlandse bedrijven (56%) en internationale bedrijven (61%) dat er een evenwicht tussen de verschillende kanalen nodig is, waarmee zij bevestigen dat marketingcampagnes volgens hen niet werken zonder een combinatie van traditionele en nieuwe technieken.

De nieuwsmedia

De gedrukte media zoals kranten, tijdschriften en vakbladen hebben allang niet meer het alleen recht op het publiceren van nieuws. Er bestaan inmiddels de nodige sites of nieuwssites waarop men nieuws kwijt kan dat vermoedelijk voor de bezoeker van de betreffende site van belang kan zijn. In dit kader wordt tegenwoordig de term burger journalistiek gebruikt. Op sites waarop men nieuws kwijt kan zit niet altijd een controlerende redactie en wordt ook de journalistieke regel hoor en wederhoor nauwelijks toegepast laat staan dat alle feiten worden gecontroleerd. Maar hoe dan ook, de consument kan wel zijn ei kwijt. En vaak is dat ei een frustratie. Kijk bijvoorbeeld eens op een site als IENS waar de consument zijn positieve en negatieven kritiek m.b.t. horecagelegenheden kwijt kan.

Net zoals de consument en de manager heeft ook de journalist zijn intrede op het internet gedaan. Hij gebruikt het internet als bron en noemt als de meest waardevolle informatiebron voor zijn of haar werk: Twitter met 28% als de belangrijkste, gevolgd door Blogs 18%, Facebook 17%, LinkedIn 14%, Message Boards 3%, Google 2%, Xing 1% en RSS Feeds met 1% (onderzoek Brunswick Research). Maar er zijn nog meer cijfers. 74% van de Blogs is voor een journalist aanleiding tot een onderzoek. Voor de andere zijn dat Twitter 49%, Social Media 45% en Message boards 39%.
Brunswick Research onderzocht ook welke Social Media bron voor een journalist als bron voor een publicatie dient. Daarbij noemt men:

* Blogs         47%
* Twitter         31%
* Social Media     25%
* Message boards     21%

Voor PR-adviseurs belangrijk om te weten.

Wanneer we kijken naar de pers en internet dan constateert Middleberg/Ross Survey and Pew Internet and American Life Project dat:

* 98 % van de journalisten dagelijks online is
* 92 % er de research voor hun artikelen doet
* 81 % zoekt gewoon
* 76 % zoekt om nieuwe bronnen of experts te vinden en
* 73 % zoekt er om persberichten te vinden

Internet en Reputatie

Net zoals dat in gedrukte media het geval is kan de pers (maar ook anderen) je op het internet maken en breken. Bedrijven hebben daarbij nog wel eens de neiging om te vergeten dat het internet een anarchistisch fenomeen is. Kortom, je kunt er ook direct worden afgestraft. Neem Youp van ’t Hek en T-Mobile maar als voorbeeld. Of Carglass die via een Tweet de buitenwereld laat weten dat ze een officiële Twitter-pagina introduceerde. Negatieve Tweets betreffende Carglass’ irritante tv-reclame stroomde binnen en kreeg als zoekargument #carglasszuigt mee. En toen ging het bedrijf in de fout. Zij twitterde aan mensen die #carglasszuigt in hun Tweets of Re-Tweets zette dat haar juristen zich waren beraden over stappen. Helemaal fout dus. Zo’n strijd is op internet nauwelijks of niet te winnen.

Een ander voorbeeld is CarpetRight. Die zag op Dumpert.nl, de videosite van Geen Stijl.nl een viral (want zo noemt men een kort filmpje op internet) een stelletje de liefde bedrijft tegen een etalageruit van een CarpetRight vestiging waarbij logo en naam duidelijk zichtbaar zijn. Het filmpje trok nog niet eens echt veel aandacht, maar toen de marketing manager van CarpetRight zich er mee ging bemoeien en een boze brief schreef aan GeenStijl.nl met daarin de eis dat zij het filmpje moest verwijderen waren de rapen gaar. Hij bereikt het tegenovergestelde, want GeenStijl.nl plaatste deze brief onder de titel ‘CarpetRight wil Dumpertfilmpje onder het tapijt’ integraal op haar website met als bijkomend commentaar ‘de tiefus met je logo’. Niet echt netjes dat wel, om over het taalgebruik maar te zwijgen, maar dit is Internet en dit is geenstijl.nl.

In mei 2011 werd in de media bekend dat onder andere KPN Telecom haar klanten bespioneert om vast te stellen hoe vaak en hoeveel tijd zij zitten op applicaties als Skype (Internettoepassing waarmee je via Internet gratis met elkaar kunt bellen) en What’s App. Het gebruik van toepassingen als deze betekent dat de gebruikers minder bellen via de echte telefoonnetwerken en dat scheelt een provider als KPN bijvoorbeeld omzet. Men wilde dus de tarieven verhogen. Deze twee zaken hadden een behoorlijke Twitter-reactie tot gevolg. Zoals een paar van de onderstaande:

* Chielie Maar als je onbeperkt internet aanbiedt en dat vervolgens afknijpt als de
consument er dingen mee doet die je te duur uitvallen, dan ben je een leugenaar en
een dief.
* Erik Dat wordt dus een KPN ban voor mijn aankomende glasvezel optie… Wat een
censurerende nitwits. Op zich wel Nederlands om mensen niet naar gebruik de be-
lasten, maar naar gelieve.
* Jasper Als je van een dienst gebruik maakt moet je er voor betalen… Wat een ge-
zwets. Ik betaal een bundel en als KPN dat niet genoeg vind, is dat jammer voor
KPN. Niet voor mij.
* Thijs Het is heel simpel, we gaan gewoon allemaal geen KPN meer gebruiken. Probleem opgelost.

Het zijn er maar een paar, maar reacties als deze gaan een eigen leven leiden en daar moet je als bedrijf niet blij van worden. Vooralsnog probeert de 2e Kamer een stokje te steken voor een prijsverhoging voor mobiel internetten omdat er nu eenmaal gratis toepassingen zijn. Dat is niet de schuld van de consument vind men, en terecht.

Vergeet niet “het kost ongeveer 20 jaar om een reputatie te bouwen en 5 minuten om het te ruineren”. Als je daar eens over nadenkt, wil je dingen toch anders doen.

Gelukkig gaat er ook een heleboel goed. Een mooi voorbeeld is die van het nagenoeg uitgedoofde after shave merk Old Spice. Men besloot dat nieuw leven in te blazen, te beginnen in Amerika en wel ten tijde van hét sport hoogtepunt van het jaar, de Super Bowl. In 2010 maakte men dus reclame rond deze Super Bowl, maakte een filmpje, dat online werd geplaatst en een Facebook fanpagina. Dit alles had als resultaat dat men op de eerste dag 6 miljoen views op de website had. Na twee dagen was het filmpje nummer 8 van de 10 populairste online video`s, na een week was de website inmiddels door 40 miljoen mensen bekeken. De eerste drie maanden na de herintroductie ging 75 % van alles conversaties in de productcategorie (mannen after shave) ging over dit merk. Op het Old Spice twitter-account kwamen 2.500 % nieuwe Twitter volgers, waren er 800 % extra Facebook interacties, schreef men 820.000 Facebook fans in en genereerde men zo 300 % extra traffic naar Oldspice.com.
Weer later bleek ook nog eens dat het filmpje best bekeken branded YouTube-kanaal ooit was geworden en dat alles had het volgende resultaat:

* 27 % meer verkoop sinds lancering
* 55 % meer verkoop in de laatste 3 maanden
* 107 % meer verkoop in de laatste maand
* nummer 1 body wash brand voor mannen

Een goede reputatie moet je verdienen en daarom kun je je ogen niet sluiten voor potentiële risico’s en kansen laten liggen en de zogemaande buzz maar negeren. Nee, je moet online conversaties kennen, begrijpen en beïnvloeden. Je moet negatieve buzz voorkomen en positieve buzz stimuleren. Dit soort zaken noemt men Online Reputatie Management en als formule gebruikt men:

De kracht van sociale media = snelheid x bereik x geloofwaardigheid

Bij Online Reputatie Management moet men denken aan:

* Monitoren, begrijpen en beïnvloeden van de online conversaties over je merk en organisatie
* Zowel reactief als proactief
* Doel commitment van je stakeholders te optimaliseren
* Volgen wat online over je merk of bedrijf wordt gezegd en hierop reageren
* Online conversaties rond je merk of bedrijf initiëren
* Offline contact met je online detractors of promoters
* Bedrijfsprocessen aanpakken.

We kunnen dit niet maar afdoen met het etiket internetgeneuzel. Want wat men tegenwoordig Crowd Sourcing noemt, impliceert dat:

* 83 % van de internetters besluiten nemen op basis van de meningen van andere mensen
* 70 % dit deelt met relaties, familie, vrienden etc.
* 34 % van de consumenten een feedback achterlaat (user reviews, rating, voting)
* 27 % vertrouwt deskundigen en maar
* 14 % heeft vertrouwen in commerciële uitingen

Trend in social media real-life ontmoetingen

Veel -vooral wat oudere- mensen vinden dat sms-en en Twitteren maar niets. Kunnen ze niet gewoon opbellen? vraagt men zich –soms niet geheel ten onrechte- af.
Of zoals een zoon tegen zijn vader nadat die vertwijfeld had uitgeroepen ‘maar ik heb je toch gebeld’ zei ‘maar Pa je moet me niet bellen, je moet me sms-en’. Voor al de-ze mensen is er goed nieuws. Want daar waar het Internet voor velen maar een onpersoonlijke bedoening is komt verandering. Social media zijn zo snel gegroeid dat er nu een nieuwe trend zichtbaar wordt:

* Die van real-life ontmoetingen tussen mensen met gedeelde interesses.
* Digitale contacten zijn de aandrijver van het online gedrag van consumenten, en
blijken te leiden naar een grotere offline betrokkenheid.
* Mensen blijven elkaar op zoeken. Contacten variëren van muziekfestivals tot het bijwonen van live tv-formats als X Factor. We zijn zo getuige van de geboorte van een
heel nieuw socio-cultureel fenomeen, dat marketeers interessante nieuwe mogelijkheden biedt.
* Voor marketeers is het belangrijk dat real-live bijeenkomsten niet beperkt blijven
tot eenmalige, grootschalige evenementen. De nieuwe uitdaging voor traditionele
reclamebureaus is het op de achtergrond spotten van connecties die zich voordoen
en het inspelen op nieuwe kansen om merken toegevoegde waarde mee te geven en
opwindende merkervaringen te creëren.

Op zich een grappige ontwikkeling. Ontwikkelde de communicatie zich eerst van analoog naar digitaal, van persoonlijk naar Internet zeg maar, nu gebeurt het weer andersom. Een in alle opzichten positieve zaak.

Sterker nog er zijn ook mensen die in dit gegeven weer een product, lees geld in zien. Nieuw in dit kader is Foursquare, dat als insteek heeft de dingen die mensen in het echte leven doen virtueel te maken en andersom. Men wil de online-wereld naar de offline-wereld brengen. Wereldwijd heeft men al 9 miljoen gebruikers.

Conclusies

Als ik mijn conclusies uit het bovenstaande mag trekken, dan zie ik toch vooral dat
marketeers voor gigantische uitdagingen staan. Sociale Media zorgen voor een overload aan marketinginformatie. Public Relations adviseurs krijgen te maken met een totaal nieuwe ballgame, alleen al de benadering van de pers is drastisch veranderd. Nooit eerder in de geschiedenis zijn zo veel mensen zo snel en zo makkelijk te bereiken geweest. De manier van communiceren en dus de communicatie wijzigt snel. De invloed van het Internet op publieke opinie is enorm evenals de invloed van de consument via het Internet op bedrijven en instellingen. Kortom enorme kansen en mogelijkheden voor het bedrijfsleven.
En … het einde is nog lang niet in zicht. Bedrijven die niet meeschakelen missen de boot, zo lijkt het.

Vooralsnog gaan de ontwikkelingen zo snel gaan dat die nauwelijks meer zijn bij te houden. Maar ook daar zal men wel wat op vinden.

Bronnen:    Juniper Research
BlogPulse
Middleberg/Ross Survey, Pew Internet en American Life Project
Brunswick Research
ComScore
Worldcom Public Relations Group
Nielsen De Facebook Benchmark Nederland
MarketingFacts
TrafficBuilders
Forrester
Social Media Succes
Sebastian Plasschaert
CMOs on Social Marketing, Bazaarvoice, 2011
Marketing Week, Pulling in the same direction, Digital Strategy Supplement, mei 2011

 

vanderelst

Waarom Social Media niet te negeren

17/06/11

bron :  Frank D.P.M. Lether     www.b2bcontact.nl

Het is al weer lang geleden dat de fax zijn intrede deed in de kantoororganisaties. En wat te denken van BBS-en (bulletin boards). Hoe lang deed de fax er over om ge-meengoed te worden in het kantoor? Of de mobiele telefoon? In 2010 werden er maar liefst 1,4 miljard exemplaren van verkocht, 18,5% meer dan in 2009. Bovendien was het merendeel daarvan een smart phone.

Wanneer je de invoering van de fax vergelijkt met de gigantische vlucht die e-mail in korte tijd heeft genomen, aangevuld met het almaar groeiende internet en de nieuwe ontwikkelingen die daarin continu plaatsvinden (zoals sociale media), kom je tot ont-hutsende cijfers. Die cijfers komen om de haverklap beschikbaar en zijn soms tegenstrijdig. In dit artikel wordt het e.e.a. op een rijtje en veel van die cijfers genoemd. Maar het handelt meer over de grootheid en veelheid van de mogelijkheden van het internet van vandaag en hoe deze het werken van mensen in het algemeen en die van public relations adviseur en marketeer in het bijzonder heeft veranderd en zal veranderen.

Een onderzoek in 2011 wees uit dat van de 100 business-to-business bedrijven die werden ondervraagd een groot deel een significante toename van het gebruik van social media verwacht. Van deze bedrijven gebruikt 83% social media om te communiceren met haar doelgroepen. Tweederde daarvan doet dit al langer dan een jaar! 89% van de ondervraagden gelooft dat social media het komende jaar aan betekenis voor hun bedrijf zal winnen.

80% van de bedrijven gebruikt sociale media voor communicatie met haar potentiële klanten. Het belangrijkste gebruik (26%) is de creatie van kennisleiderschap. 23 % gebruikt het voor communicatie met de klanten en 20% met potentiële klanten. 60% gebruikt het om een community als verlengstuk van hun website te creëren, 58% om te communiceren met journalisten en 50% om te communiceren met potentiële medewerkers.

In gesprekken met ondernemers en privé personen hoort men vaak dat ‘men het maar niets vind’ of zich afvraagt ‘waar het allemaal voor nodig is’ en zelfs ‘dat dit niets voor hen is’. Begrijpelijk die vragen en terughoudendheid. De cijfers wijzen echter uit dat internet, e-mail, e-mail marketing en social media niet zo maar een gril of een hype zijn die binnenkort wel overwaait. De cijfers wijzen dat ook uit.

Internetgebruikers wereldwijd

Wereldwijd zijn er maar liefst 1,97 miljard Internet gebruikers (juni 2010), sinds 2009 is dit een toename van 14%. Nederland heeft 14,9 miljoen gebruikers.
Uitgesplitst per werelddeel levert dat de volgende getallen op:

* 825,1 miljoen – gebruikers bevinden zich in Azië
* 475,1 miljoen – in Europa
* 266,2 miljoen – in Noord-Amerika
* 204,7 miljoen – in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied
* 110,9 miljoen – Internetgebruikers in Afrika
* 63,2 miljoen – in het Midden-Oosten
* 21,3 miljoen – Oceanië / Australië.

En in Europa:

* Duitsland – heeft ruim 49,7 miljoen gebruikers
* Rusland 47,4 miljoen gebruikers en
* Frankrijk 42,2 miljoen gebruikers

Terug naar de Nederlandse gebruikers. Interessant is dat de Nederlandse Internet-gebruiker in maart 2011 met gemiddeld 34,4 uur per maand het langst online was. Dat is 8,4 uur langer dan het Europese gemiddelde en 11,3 uur meer dan het wereldwijd gemiddelde. De reden waarom dat zo is, is nog niet onderzocht.
Nederland wordt gevolgd door Engeland (met 33 uur) en Turkije (met 29,4 uur).

Kijken we naar wat die bijna 2 miljard wereldburgers nu eigenlijk met dat Internet en met e-mail doen dan zien we eveneens ongelofelijke cijfers. (cijfers 2010).

In 2010 werden er maar liefst 107 biljoen e-mails verstuurd; een gemiddelde van 294 miljard per dag. In hetzelfde jaar kwamen er wereldwijd 480 miljoen nieuwe e-mail gebruikers bij (t.o.v. 2009). Van het verzonden aantal e-mails was maar liefst 89,1% ofwel 262 miljard spam. Voor zover men heeft kunnen vaststellen bestaan er wereld-wijd 2,9 miljard e-mail accounts en daarvan is 25% bedrijfsmatig.

Eind 2010 waren er zo’n 255 miljoen websites waarvan er alleen al in dat jaar 21,4 miljoen nieuwe bijkwamen. Er bestaan zo’n 202 miljoen top-level domeinnamen (waarvan 88,8 miljoen .com; 13,2 miljoen .net en 8,6 miljoen .org domeinnamen).

Internetgebruikers hebben ook een onbedwingbare lust te zijn om allerlei zaken met de rest van de wereld te delen. Op nagenoeg alle sociale netwerken kan men naast informatie ook foto’s kwijt. Er zijn echter ook speciale fotosites zoals bijvoorbeeld Flickr. Eind 2010 stonden daarop maar liefst 5 miljard foto’s. Dat betekent dat er per minuut meer dan 3.000 foto’s naar Flickr worden geupload. Dat zijn er 130 miljoen per maand. Op sociaal netwerk Facebook worden per maand meer dan 3 miljard foto’s geplaatst, dat zijn er 36 miljard in één jaar.

Met video filmpjes is het niet anders. Amazon, Netflix en Spotify gaan hier belangrijke spelers worden. Maar nu is YouTube wel de bekendste site daarvoor. Per dag worden daar 2 miljard filmpjes bekeken. Elke minuut wordt 35 uur video naar YouTube geupload.
84% van de Amerikaanse internetgebruikers bekijkt video’s online en de gemiddelde Amerikaanse internetgebruiker bekijkt er 186 per maand. 14% van hen upload video’s. Op Facebook worden meer dan 2 miljard video’s per maand bekeken en er 20 miljoen naar Facebook geupload.
De kracht daarvan is eveneens niet te onderschatten. Neem de Nederlandse Esmee Denters. Ze zong graag, maakte daar een filmpje van en zette het op YouTube en daar bleef het niet onopgemerkt. Ze zong inmiddels met Justin Timberlake en was te gast in het programma van Oprah Winfrey. Een programma dat in 150 landen wordt uitgezonden, dan is je kostje wel gekocht.

Twitter

Een ander fenomeen dat in dit kader niet onbesproken mag blijven, temeer omdat de verwachting is dat het e-mail zal gaan vervangen, is Twitter.

Nederland heeft 319.000 actieve Twitter accounts, wereldwijd zijn dat er 190 miljoen (cijfers april 2011). Begin 2010 waren dat er nog 50 miljoen. Het aantal Twitter-gebruikers stijgt met 300.000 per dag. Twitter groeide met 1400% in één jaar tijd.

In Nederland staat DJ Tiesto met 456.145 volgers op #1. Armin van Buuren op 2, het GroenLinks Tweede Kamerlid Arjan el Fassed op 3, De Wereld Draait Door op 4, Femke Halsema op 10, Youp van ‘t Hek met 123.369 volgers op 11, Geert Wilders op 15, Pechtold op 19, Jan Smit op 21, Maxime Verhagen op 29 (zie verder http://top100.twittergids.nl/).

Van alle Tweets zijn er 61 % in het Engels, 11 % Portugees, 6 % Japans, 4 % Spaans en 18 % anders. Van alle Twitteraars is 45 % man en 55 % vrouw. 1/3 van alle vrouwen tussen 18 en 34 jaar checkt dagelijks als eerste hun Facebook pagina

Het aardige van Twitter is dat je een ontvangen tweet zelf ook weer kunt doorsturen. In dat geval zie je RT @naam staan. RT betekent ReTweet en @naam staat voor de naam van de originele verzender (Twitteraar). In een Tweet kun je het #-teken (de hash tag) voor een woord zetten en daarmee kun je alle Tweets over het betreffende onderwerp sneller vinden. Tweeadder is zo’n zoekmachine voor Twitter.

Zo zet de Politie van Seattle zet Twitter in om gestolen auto’s te vinden.

BP kreeg tijdens de ramp in de Golf dagelijks ruim 10.000 mails, tweets en telefoontjes van mensen wereldwijd die aanboden om te helpen. Er lagen 1.100 schepen om te helpen, ook van concurrenten. Daar is niks mee gedaan, BP koos ervoor om haar communicatie centraal te blijven sturen. Sterker nog: in hun regiedrang gingen ze zelfs over tot het manipuleren van foto’s. Die defensieve houding maakte dat BP de ramp goed beschouwd claimde als de hare, terwijl het een brancheprobleem was: alle andere oliemaatschappijen in de Golf werkten onder dezelfde omstandigheden met dezelfde risico’s. Honderden boorplatformen in de regio bleven gewoon in business tijdens de ramp. Als BP via social media al die betrokken burgers wereldwijd had omarmd als bondgenoot en had gemobiliseerd op basis van een gedeeld probleem, dan had de oliemaatschappij zichzelf in één klap kunnen opwaarderen tot ‘Beyond Petroleum’.

Sociale netwerken

Sociale netwerken of social media bestaan al een paar jaar maar er worden wel regelmatig nieuwe mogelijkheden of toepassingen geïntroduceerd. Daarnaast zijn er bedrijven als Facebook en LinkedIn die de laatste tijd regelmatig in het nieuws kwamen in verband met een voorgenomen beursgang. Anderen zien dit als de nieuwe internet bubbel. Een bedrijf als LinkedIn dat in mei 2011 ter beurze ging bleek nu al meer waard dan Google! Dat mag gerust ongelofelijk worden genoemd. Maar aan de andere kant toch ook weer niet, immers de kracht van sociale media is de impact op het keuzegedrag van mensen, ofwel op de omzet van bedrijven. Het is overigens niet altijd koek en ei, want het kan twee kanten uitgaan voor wat betreft de goodwill of mogelijke merkschade. En nog steeds zijn er ondernemers die zeggen dat zij het aan hun deur voorbij laten gaan of dat het voor hen niets is. Dat mag wellicht het geval zijn, maar je moet er niet de ogen voor sluiten. Een bedrijf als Wehkamp, die tot voor een paar jaar geleden een vermogen uitgaf aan haar jaarlijkse gedrukte full color catalogus, doet alleen nog maar zaken via haar winkel op het internet (webshop). Op de site van de NS kan men een treinkaartje bestellen en op de sites van touroperators kun je een vakantie uitkiezen en die zelfs direct online boeken en betalen. En wat te denken van Bol.com die eveneens over een uiterst succesvolle webshop beschikt.
Vergeet niet, 91% van de Nederlandse jongeren is actief op Social Media.

Ook het Nederlands Bureau voor Toerisme zegt dat Internet en social media steeds belangrijker worden voor de toeristenbranche, zeker in de oriëntatiefase van reizigers. Van de 11 miljoen buitenlandse verblijfstoeristen die Nederland vorig jaar bezochten, heeft ruim 80% internet geraadpleegd, ook voor accommodatie of bestemming. Ruim 60% van de Nederlandse reizigers is actief op social networks en 45% bezoekt een review site om de eindbestemming te bepalen. Meer dan 50% van de toe-ristische bedrijven is actief op social en nieuwe media. Veel van de bedrijven maken van social media in 2011 een integraal onderdeel van de marketing. Zo`n 20% van het marketingbudget gaat eraan op.

In Noord-Amerika worden digitale hulpmiddelen primair gebruikt om kennisleiderschap te creëren (30%) terwijl Europese bedrijven social media vooral inzetten om te communiceren met potentiële (31%) en huidige klanten (25%).

Contact met de klanten word als een van de positieve effecten van social media gezien. De Amerikaanse bedrijven RightNow en Harris Interactive onderzochten dat en bundelde de uitkomsten in het “The Retail Consumer Report”. Het onderzoek toonde aan dat 68% van de bevraagde Amerikaanse consumenten, die een klacht of negatieve bespreking hadden gepost tijdens de shoppingperiode eind 2010, gecontact werden door de retailer waarover de klacht ging. Van die 68% die werden benaderd, verwijderde 34% zijn oorspronkelijke negatieve review. Nog eens 33% postte na het contact een positieve review. 18% van de ontevredenen die gehoor kregen, werden zelfs loyale klanten en kochten meer.
Duidelijk zal zijn dat de negatieve perceptie van die klanten die niet door de retailers werden benaderd enkel nog werd versterkt.

96 % van de online populatie wereldwijd is actief op social networks, dat zijn 11,5 miljoen mensen. Per 2011 zit van de Nederlandse internetgebruiker 26,1 % op LinkedIn en 6,6 miljoen op Facebook. Van alle Nederlandse bedrijven gebruikt:

* 85 % LinkedIn
* 36 % Facebook
* 26 % Twitter
* 20 % Hyves
* 5 % een Blog (afkorting van weblog, zeg maar een dagboek of logboek op het internet en   volgens onderzoeker BlogPulse zijn er wereldwijd 152 miljoen blogs) en
* 11 % van de Nederlandse bedrijven gebruikt (nog) niets

Er zijn ook wat verschillen. 31% van de Amerikaanse internetters twittert t.o.v. 25% in Europa. Bij Facebook (van oorsprong een Amerikaans bedrijf) is dat andersom. Van haar leden komt 25% uit Amerika en 31% uit Europa.

De social media site Facebook heeft wereldwijd 600 miljoen gebruikers (cijfer begin 2011), dat is 9 % van de wereldbevolking. Een bedrijf als BMW heeft op Facebook een zogenaamde fanpagina en heeft daarop 4,4 miljoen geregistreerde fan’s. Pickwick Thee die daar ook een fanpagina heeft, heeft 162.000 fans. Facebook groeide in een jaar tijd van 350 naar 600 miljoen gebruikers, alleen al in 2010 groeide dat aantal met 250 miljoen.
Een nieuwe ontwikkeling bij Facebook dit jaar is F-commerce en heeft betrekking op alle verkopen die plaatsvinden op Facebook met behulp van een credit card, Facebook credits of deals. Het direct kopen van artikelen binnen een Facebook omgeving is een nieuwe trend en fans zijn geneigd om achttien keer sneller iets te kopen als het binnenkomt in hun eigen nieuwsfeed i.p.v. te klikken naar een aparte website (Forrester 2011).

Het Nederlandse sociale netwerk Hyves had eind 2010 10,8 miljoen leden waarvan er 1,1 miljoen nieuw was.
Het meer als zakelijk geziene LinkedIn zag van januari 2008 tot april 2011 het aantal Nederlandse leden groeien naar 2,6 miljoen gebruikers, wereldwijd verdubbelde dit naar 100 miljoen.

Van de Nederlandse manager zit 2 van de 10 op Hyves, 85% op LinkedIn, 36% op Facebook, 26% van hen twittert en 11% doet niets op social media. Van de marketeers zit 58% gemiddeld 6 uur per week op social media; 1/3 meer dan 11 uur en zeggen 9 op de 10 marketeers dat social media zeer belangrijk is bij het behalen van hun marketingdoelen.

LinkedIn

Uit een onderzoek van Social Media Succes in ons land onder 1.145 profielhouders op LinkedIn (momenteel hebben ruim 2,6 miljoen Nederlanders daar een profiel) naar het gebruik van deze sociale netwerksite geeft bijna de helft van de respondenten aan tussen de 1 en de 4 uur per week aan deze social netwerksite voor professionals te besteden. Zo’n kwart zegt er minder dan 1 uur per week aan kwijt te zijn, terwijl 1 op de 5 de deelnemers aan het onderzoek tussen de 5 en 10 uur van hun tijd besteedt op het platform. Maar liefst 8 procent van de ondervraagden gaf aan gemiddeld meer dan 15 uur per week aan LinkedIn te besteden. In het onderzoek zijn mannen overver-tegenwoordigd (81%).

Sociale media stimuleren omzet

Uit een onlangs gepubliceerd wereldwijd onderzoek van Regus onder meer dan 17.000 managers en bedrijfseigenaren in 80 landen, blijkt dat bedrijven sociale netwerken, blogs, microblogs en forums steeds meer gebruiken om nieuwe klanten binnen te halen. In 2010 lukte dat 48% van de Nederlandse bedrijven en in 2011 is dit percentage gestegen tot 57%.
Ook dit onderzoek laat zien dat steeds meer bedrijven sociale media als kanaal inzet-ten om contacten te onderhouden met bestaande klanten en hen te informeren (61%).
Een paar andere belangrijke conclusies uit het Regus-onderzoek zijn:

* 63% van de bedrijven in Nederland moedigt hun werknemers aan om deel te nemen aan sociale netwerken zoals LinkedIn, vergeleken met 53% wereldwijd.
* Wereldwijd is er een toename van 7% in het aantal bedrijven dat nieuwe klanten binnenhaalt via sociale netwerken.
* 39% van de bedrijven wereldwijd en 41% van de Nederlandse bedrijven besteedt tot 20% van hun marketingbudget aan sociale media-activiteiten.
* Maar liefst 17% van de gebruikers van sociale netwerken is fan, volger of vriend van een bedrijfspagina of -profiel.

Volgens Eduard Schaepman, algemeen directeur Regus Benelux, “heeft de crisis ervoor gezorgd dat bedrijven op alle gebieden kritischer zijn gaan kijken naar de traditionele manieren van werken. Van supply chain management, ‘leanere’ werkmethoden en cloud computing tot intensiever gebruik van videocommunicatie en het inzet-ten van nieuwe marketingtools.”

Geen succes zonder nieuwe media

Sociale netwerken hebben zich ontwikkeld tot een onmisbaar medium. Het overgrote deel van de bedrijven in Nederland (80%) en wereldwijd (74%) beaamt dat marketingstrategieën niet kunnen slagen zonder daarbij sociale media in te zetten. Toch benadrukken Nederlandse bedrijven (56%) en internationale bedrijven (61%) dat er een evenwicht tussen de verschillende kanalen nodig is, waarmee zij bevestigen dat marketingcampagnes volgens hen niet werken zonder een combinatie van traditionele en nieuwe technieken.

De nieuwsmedia

De gedrukte media zoals kranten, tijdschriften en vakbladen hebben allang niet meer het alleen recht op het publiceren van nieuws. Er bestaan inmiddels de nodige sites of nieuwssites waarop men nieuws kwijt kan dat vermoedelijk voor de bezoeker van de betreffende site van belang kan zijn. In dit kader wordt tegenwoordig de term burger journalistiek gebruikt. Op sites waarop men nieuws kwijt kan zit niet altijd een controlerende redactie en wordt ook de journalistieke regel hoor en wederhoor nauwelijks toegepast laat staan dat alle feiten worden gecontroleerd. Maar hoe dan ook, de consument kan wel zijn ei kwijt. En vaak is dat ei een frustratie. Kijk bijvoorbeeld eens op een site als IENS waar de consument zijn positieve en negatieven kritiek m.b.t. horecagelegenheden kwijt kan.

Net zoals de consument en de manager heeft ook de journalist zijn intrede op het internet gedaan. Hij gebruikt het internet als bron en noemt als de meest waardevolle informatiebron voor zijn of haar werk: Twitter met 28% als de belangrijkste, gevolgd door Blogs 18%, Facebook 17%, LinkedIn 14%, Message Boards 3%, Google 2%, Xing 1% en RSS Feeds met 1% (onderzoek Brunswick Research). Maar er zijn nog meer cijfers. 74% van de Blogs is voor een journalist aanleiding tot een onderzoek. Voor de andere zijn dat Twitter 49%, Social Media 45% en Message boards 39%.
Brunswick Research onderzocht ook welke Social Media bron voor een journalist als bron voor een publicatie dient. Daarbij noemt men:

* Blogs         47%
* Twitter         31%
* Social Media     25%
* Message boards     21%

Voor PR-adviseurs belangrijk om te weten.

Wanneer we kijken naar de pers en internet dan constateert Middleberg/Ross Survey and Pew Internet and American Life Project dat:

* 98 % van de journalisten dagelijks online is
* 92 % er de research voor hun artikelen doet
* 81 % zoekt gewoon
* 76 % zoekt om nieuwe bronnen of experts te vinden en
* 73 % zoekt er om persberichten te vinden

Internet en Reputatie

Net zoals dat in gedrukte media het geval is kan de pers (maar ook anderen) je op het internet maken en breken. Bedrijven hebben daarbij nog wel eens de neiging om te vergeten dat het internet een anarchistisch fenomeen is. Kortom, je kunt er ook direct worden afgestraft. Neem Youp van ’t Hek en T-Mobile maar als voorbeeld. Of Carglass die via een Tweet de buitenwereld laat weten dat ze een officiële Twitter-pagina introduceerde. Negatieve Tweets betreffende Carglass’ irritante tv-reclame stroomde binnen en kreeg als zoekargument #carglasszuigt mee. En toen ging het bedrijf in de fout. Zij twitterde aan mensen die #carglasszuigt in hun Tweets of Re-Tweets zette dat haar juristen zich waren beraden over stappen. Helemaal fout dus. Zo’n strijd is op internet nauwelijks of niet te winnen.

Een ander voorbeeld is CarpetRight. Die zag op Dumpert.nl, de videosite van Geen Stijl.nl een viral (want zo noemt men een kort filmpje op internet) een stelletje de liefde bedrijft tegen een etalageruit van een CarpetRight vestiging waarbij logo en naam duidelijk zichtbaar zijn. Het filmpje trok nog niet eens echt veel aandacht, maar toen de marketing manager van CarpetRight zich er mee ging bemoeien en een boze brief schreef aan GeenStijl.nl met daarin de eis dat zij het filmpje moest verwijderen waren de rapen gaar. Hij bereikt het tegenovergestelde, want GeenStijl.nl plaatste deze brief onder de titel ‘CarpetRight wil Dumpertfilmpje onder het tapijt’ integraal op haar website met als bijkomend commentaar ‘de tiefus met je logo’. Niet echt netjes dat wel, om over het taalgebruik maar te zwijgen, maar dit is Internet en dit is geenstijl.nl.

In mei 2011 werd in de media bekend dat onder andere KPN Telecom haar klanten bespioneert om vast te stellen hoe vaak en hoeveel tijd zij zitten op applicaties als Skype (Internettoepassing waarmee je via Internet gratis met elkaar kunt bellen) en What’s App. Het gebruik van toepassingen als deze betekent dat de gebruikers minder bellen via de echte telefoonnetwerken en dat scheelt een provider als KPN bijvoorbeeld omzet. Men wilde dus de tarieven verhogen. Deze twee zaken hadden een behoorlijke Twitter-reactie tot gevolg. Zoals een paar van de onderstaande:

* Chielie Maar als je onbeperkt internet aanbiedt en dat vervolgens afknijpt als de
consument er dingen mee doet die je te duur uitvallen, dan ben je een leugenaar en
een dief.
* Erik Dat wordt dus een KPN ban voor mijn aankomende glasvezel optie… Wat een
censurerende nitwits. Op zich wel Nederlands om mensen niet naar gebruik de be-
lasten, maar naar gelieve.
* Jasper Als je van een dienst gebruik maakt moet je er voor betalen… Wat een ge-
zwets. Ik betaal een bundel en als KPN dat niet genoeg vind, is dat jammer voor
KPN. Niet voor mij.
* Thijs Het is heel simpel, we gaan gewoon allemaal geen KPN meer gebruiken. Probleem opgelost.

Het zijn er maar een paar, maar reacties als deze gaan een eigen leven leiden en daar moet je als bedrijf niet blij van worden. Vooralsnog probeert de 2e Kamer een stokje te steken voor een prijsverhoging voor mobiel internetten omdat er nu eenmaal gratis toepassingen zijn. Dat is niet de schuld van de consument vind men, en terecht.

Vergeet niet “het kost ongeveer 20 jaar om een reputatie te bouwen en 5 minuten om het te ruineren”. Als je daar eens over nadenkt, wil je dingen toch anders doen.

Gelukkig gaat er ook een heleboel goed. Een mooi voorbeeld is die van het nagenoeg uitgedoofde after shave merk Old Spice. Men besloot dat nieuw leven in te blazen, te beginnen in Amerika en wel ten tijde van hét sport hoogtepunt van het jaar, de Super Bowl. In 2010 maakte men dus reclame rond deze Super Bowl, maakte een filmpje, dat online werd geplaatst en een Facebook fanpagina. Dit alles had als resultaat dat men op de eerste dag 6 miljoen views op de website had. Na twee dagen was het filmpje nummer 8 van de 10 populairste online video`s, na een week was de website inmiddels door 40 miljoen mensen bekeken. De eerste drie maanden na de herintroductie ging 75 % van alles conversaties in de productcategorie (mannen after shave) ging over dit merk. Op het Old Spice twitter-account kwamen 2.500 % nieuwe Twitter volgers, waren er 800 % extra Facebook interacties, schreef men 820.000 Facebook fans in en genereerde men zo 300 % extra traffic naar Oldspice.com.
Weer later bleek ook nog eens dat het filmpje best bekeken branded YouTube-kanaal ooit was geworden en dat alles had het volgende resultaat:

* 27 % meer verkoop sinds lancering
* 55 % meer verkoop in de laatste 3 maanden
* 107 % meer verkoop in de laatste maand
* nummer 1 body wash brand voor mannen

Een goede reputatie moet je verdienen en daarom kun je je ogen niet sluiten voor potentiële risico’s en kansen laten liggen en de zogemaande buzz maar negeren. Nee, je moet online conversaties kennen, begrijpen en beïnvloeden. Je moet negatieve buzz voorkomen en positieve buzz stimuleren. Dit soort zaken noemt men Online Reputatie Management en als formule gebruikt men:

De kracht van sociale media = snelheid x bereik x geloofwaardigheid

Bij Online Reputatie Management moet men denken aan:

* Monitoren, begrijpen en beïnvloeden van de online conversaties over je merk en organisatie
* Zowel reactief als proactief
* Doel commitment van je stakeholders te optimaliseren
* Volgen wat online over je merk of bedrijf wordt gezegd en hierop reageren
* Online conversaties rond je merk of bedrijf initiëren
* Offline contact met je online detractors of promoters
* Bedrijfsprocessen aanpakken.

We kunnen dit niet maar afdoen met het etiket internetgeneuzel. Want wat men tegenwoordig Crowd Sourcing noemt, impliceert dat:

* 83 % van de internetters besluiten nemen op basis van de meningen van andere mensen
* 70 % dit deelt met relaties, familie, vrienden etc.
* 34 % van de consumenten een feedback achterlaat (user reviews, rating, voting)
* 27 % vertrouwt deskundigen en maar
* 14 % heeft vertrouwen in commerciële uitingen

Trend in social media real-life ontmoetingen

Veel -vooral wat oudere- mensen vinden dat sms-en en Twitteren maar niets. Kunnen ze niet gewoon opbellen? vraagt men zich –soms niet geheel ten onrechte- af.
Of zoals een zoon tegen zijn vader nadat die vertwijfeld had uitgeroepen ‘maar ik heb je toch gebeld’ zei ‘maar Pa je moet me niet bellen, je moet me sms-en’. Voor al de-ze mensen is er goed nieuws. Want daar waar het Internet voor velen maar een onpersoonlijke bedoening is komt verandering. Social media zijn zo snel gegroeid dat er nu een nieuwe trend zichtbaar wordt:

* Die van real-life ontmoetingen tussen mensen met gedeelde interesses.
* Digitale contacten zijn de aandrijver van het online gedrag van consumenten, en
blijken te leiden naar een grotere offline betrokkenheid.
* Mensen blijven elkaar op zoeken. Contacten variëren van muziekfestivals tot het bijwonen van live tv-formats als X Factor. We zijn zo getuige van de geboorte van een
heel nieuw socio-cultureel fenomeen, dat marketeers interessante nieuwe mogelijkheden biedt.
* Voor marketeers is het belangrijk dat real-live bijeenkomsten niet beperkt blijven
tot eenmalige, grootschalige evenementen. De nieuwe uitdaging voor traditionele
reclamebureaus is het op de achtergrond spotten van connecties die zich voordoen
en het inspelen op nieuwe kansen om merken toegevoegde waarde mee te geven en
opwindende merkervaringen te creëren.

Op zich een grappige ontwikkeling. Ontwikkelde de communicatie zich eerst van analoog naar digitaal, van persoonlijk naar Internet zeg maar, nu gebeurt het weer andersom. Een in alle opzichten positieve zaak.

Sterker nog er zijn ook mensen die in dit gegeven weer een product, lees geld in zien. Nieuw in dit kader is Foursquare, dat als insteek heeft de dingen die mensen in het echte leven doen virtueel te maken en andersom. Men wil de online-wereld naar de offline-wereld brengen. Wereldwijd heeft men al 9 miljoen gebruikers.

Conclusies

Als ik mijn conclusies uit het bovenstaande mag trekken, dan zie ik toch vooral dat
marketeers voor gigantische uitdagingen staan. Sociale Media zorgen voor een overload aan marketinginformatie. Public Relations adviseurs krijgen te maken met een totaal nieuwe ballgame, alleen al de benadering van de pers is drastisch veranderd. Nooit eerder in de geschiedenis zijn zo veel mensen zo snel en zo makkelijk te bereiken geweest. De manier van communiceren en dus de communicatie wijzigt snel. De invloed van het Internet op publieke opinie is enorm evenals de invloed van de consument via het Internet op bedrijven en instellingen. Kortom enorme kansen en mogelijkheden voor het bedrijfsleven.
En … het einde is nog lang niet in zicht. Bedrijven die niet meeschakelen missen de boot, zo lijkt het.

Vooralsnog gaan de ontwikkelingen zo snel gaan dat die nauwelijks meer zijn bij te houden. Maar ook daar zal men wel wat op vinden.

Bronnen:    Juniper Research
BlogPulse
Middleberg/Ross Survey, Pew Internet en American Life Project
Brunswick Research
ComScore
Worldcom Public Relations Group
Nielsen De Facebook Benchmark Nederland
MarketingFacts
TrafficBuilders
Forrester
Social Media Succes
Sebastian Plasschaert
CMOs on Social Marketing, Bazaarvoice, 2011
Marketing Week, Pulling in the same direction, Digital Strategy Supplement, mei 2011

 

Connect !

Contact gegevens

Korenbloem 37, 4421MH Kapelle
gsm: +31 6 53221816
email: info@vanderelst.net

Directe links

vanderelst.net